Zeewolde: Sanctuarium

trefwoord: rond

Locatie: zuidstrand Zeewolde. Bezocht: 21-06-2022

Het is een klein, onopvallend bosje aan het zuidstrand van Zeewolde. Vanaf de aanlegsteiger van de veerpont loop je langs de Strandweg naar de Nulderdijk. Links, ca. 200 meter verderop kun je het bosje al zien. Op Google Maps is de locatie niet meer dan een ronde, begroeide plek.

Volg het wandelpad ernaar toe. Als je dichterbij komt zie je dat het bosje is omsloten door een afrastering. Iets verderop, tussen twee halfronde muren en overwoekerd door struiken, is een hek met roestbruine spijlen en goudkleurige punten. Hier is het Sanctuarium van Herman de Vries.

Sanctuariums: hortus conclusus?

Ik was op zoek naar cirkelvormige varianten van de omsloten tuin, de hortus conclusus. Op het internet zag ik twee kunstwerken die mij intrgeerden: een Transferium bij Hardenberg, een project van van kunstenaarsgroep Observatorium (link); en het Sanctuarium van Zeewolde, een land art werk ontworpen door Herman de Vries (deze pagina). Deze twee werken lijken compleet elkaars tegenbeeld.

De meeste tuinen die ik tot dusver zag waren min of meer rechthoekig of hadden een grillige vorm. De enige ronde tuin in mijn fotoalbum is het Hemels Gewelf, een land art kunstwerk van James Turrell (link). Ik ontdekte bij toeval een afbeelding van een sanctuarium van De Vries in Stuttgart. De Vries ontwierp meerdere sanctuariums, waaronder drie cirkelvormige: in Stuttgart, Münster en in Zeewolde. Hij gebruikt zelf de aanduiding hortus conclusus niet. Anderen doen dat soms wel, bijvoorbeeld bij het sanctuarium in Münster (link). Arnon Ben-Dror (kunsthistoricus aan de Tel Aviv University) geeft in zijn artikel Nature in Context: A Situated Study of herman de vries’s Sanctuaries (Literatuur, 1) een kritische analyse van de drie ronde sanctuariums van De Vries. Hij doet dat vanuit het perspectief van de semiotiek, de studie van betekenisprocessen, ook in de kunst (link). Aan de hand van dit artikel en nog enkele andere bronnen zoom ik in op het sanctuarium van Zeewolde. De sanctuariums in Stuttgart en Münster laat ik hier buiten beschouwing.

Over Herman de Vries *

De Vries (geb. Alkmaar 1931, link) is een veelzijdig en zeer productief kunstenaar. Omdat hij de natuur centraal stelt, wordt hij wel een pionier op het gebied van ecologische kunst genoemd (link). In 1998 ontvangt hij voor zijn werk een Oeuvreprijs van de Stichting Fonds voor Beeldende kunsten, Vormgeving en Bouwkunst (link). Maar ‘In het werk van herman de vries blijkt […] meer te spelen dan alleen het presenteren van natuur en en van zijn waarnemingen van natuurlijke situaties. herman de vries maakt de conceptuele gelijkstelling ’natuur is kunst‘. (De Boer, C., 1998, p. 16)

* Zelf schrijft hij zijn naam in kleine letters, want hij gelooft niet in hiërarchie. In dit artikel houd ik mij echter aan de gangbare spellingregels.

  • Het oudere werk van De Vries, uit de jaren ’50 en ’60, omvat uiteenlopende stijlen en vormen: collages van toevallig gevonden materialen; abstracte, monochrome schilderijen en objecten in wit, grijs of zwart; uiteindelijk maakt hij alleen nog volledig wit werk. Zijn werk wordt gerekend tot o.a. informele kunst, materieschilderkunst (link), monochrome schilderkunst (link), minimalisme (link), conceptuele kunst (link). Een belangrijk concept van De Vries is het ’geprogrammeerde toeval‘. Zijn zogeheten random objectivations zijn minimalistische werken, waarvan de compositie is bepaald met behulp van kansberekening en toevalstabellen (link1, link2). Ook houdt De Vries zich bezig met filosofie, taoisme en boeddhisme, taal, poëzie, het maken van kunstenaarsboeken.
  • Van af 1961 is hij enkele jaren betrokken bij de – aanvankelijk Duitse maar al snel internationaal uitgegroeide – avant-garde beweging ZERO en de Nederlandse NUL groep (Jan Schoonhoven, Armando, Jan Henderikse en Henk Peeters).
  • In 1970 vestigt De Vries zich in Eschenau. een dorp in Beieren, aan de rand van het Steigerwald. Hij noemt het bos zijn atelier. In deze omgeving kan hij zich volop wijden aan zijn kernthema chance & change: het observeren (gewaarzijn **) van toeval en verandering in de natuur. Op deze plek lijkt hij samen te vallen met zijn onderwerp: ‘when i look and see a grass, a tree, a stream, it becomes part of my identity, inner and outer world unite.‘ (De Vries, link). ** (Gewaarzijn is een belangrijk begrip in de oosterse filosofie, fenomenologie en Gestalttheorie).
  • ‘de vries’s approach towards nature could be regarded as romantic and universalistic. Nature is nature, humans are humans, and the  fundamental relation between the two is thus understood in essentialist phenomenological terms—a certain “being-with-nature”—which also entails an existential resonance’ (Ben-Dror, 2021, p. 24).
  • In 2015 wordt De Vries geselecteerd om het Nederlandse paviljoen op de 56e Biënnale in Venetië in te richten. Die expositie, getiteld ‘to be all ways to be’ brengt hem internationale bekendheid.

Into Nature 2016

Ik maakte kennis met het werk van De Vries in 2016, tijdens de eerste editie van de Drentse biënnale Into Nature. Museum De Buitenplaats in Eelde, dat ook aan Into Nature meedeed, bood tijdelijk onderdak aan drie kunstenaars: Herman De Vries , Wolfgang Laib en Kim Habers. Van Herman de Vries had ik wel eens gehoord. Zijn achtergrond en zijn werk waren mij tot dan toe echter onbekend. Ik wist in 2016 dus ook niet dat De Vries naast museaal werk ook kunstwerken in de openbare ruimte heeft gemaakt. Sommige noemt hij sanctuariums: reservaten waar de natuur zich vrij en ongestoord kan ontwikkelen. Maar De Vries verwijst ook naar hun oorspronkelijke betekenis , als ’heiligdom‘: plaatsen voor reflectie, openbaring en contemplatie. ’In the sanctuaries as well, the sense-based encounter with nature—mainly visual, in this case—is supposed to lead, according to de vries, to existential “reflection, revelation and contemplation”. (Ben-Dror, 2021, p. 25)

 Sanctuarium Zeewolde

  • Het sanctuarim is in 2001 aangelegd als een ringvormige aarden wal (doorsnede 30 meter), beplant met wilde rozen (hondsroos( (link1, link2). Van die wal is weinig of niets meer te zien. Tijdens de afgelopen twintig jaar zijn de rozen metershoog gegroeid, omgeven door wilgen, braamstruiken en ander woekerend groen.
  • Twee halfronde muren van gemetselde baksteen vormen een toegangspoort. De muren zijn een verwijzing naar het sanctuarium in Münster, dat geheel omsloten is door een bakstenen muur. Tussen de muren bevindt zich een hek van gietijzeren staven met goudkleurige punten. Deze ’Romeinse speren‘ zijn door de Vries ook toegepast bij andere werken, o.a. in de omheining van het sanctuarium in Stuttgart. (link).
  • De poort en het hek vormen eigenlijk een schijntoegang: niemand kan naar binnen. Door de spijlen van het hek kun je een heel klein stukje zien van wat daarachter allemaal gegroeid is. Maar een beleving van binnenuit dit groenreservaat is niet mogelijk.
  • Het sanctuarium wordt soms aangeduid als een hortus conclusus, een omsloten tuin (link1, link2). Maar in dit geval is het een extreme variant: de tuin is helemaal afgesloten. De vraag is of dit nog wel een tuin mag heten. De middeleeuwse hortus conclusus bood bescherming: de onbekende, wilde natuur werd buitengesloten. Het sanctuarium dient juist een tegenovergesteld doel: de ’wilde’ natuur is beschermd en kan zich hier vrij ontwikkelen, zonder verstoring van buitenaf (link).
  • Twee foto’s op deze webpagina laten zien dat het sanctuarium onderhevig is aan natuurlijk verval en bijvoorbeeld stormschade. Volgens De Vries is dat niet erg, vergankelijkheid is een onontkoombaar proces, het hoort erbij. Maar op latere foto’s blijkt dat de schade toch is hersteld (misschien door ingrijpen van de gemeente?). NB. de datum 1999 op de pagina klopt niet, het moet zijn 2001.
  • In de begroeiing vielen mij op: de rode vruchten van een wilde kers, enkele takken bloeiende braam en een eveens felrode schijnaardbei (die mooi bij het schijnhek paste).
  • Vóór het hek ligt een platte steen. Het leek mij geen natuursteen, eerder een rechthoekig blok cement of beton. In de steen zijn de woorden to be aangebracht. De Vries gebruikt meer van zulke korte teksten – eigenlijk tekstuele mantra’s – in zijn werk. Ik las dat er oorspronkelijk een andere steen lag, met de tekst De natuur is er, zonder begin en zonder einde (link). Ik vond geen aanwijzingen wanneer en waarom dat is veranderd. Maar ik heb wel een vermoeden (zie hieronder bij Stichting De Verbeelding, vijfde bolletje •)
  • Het sanctuarium is omheind met een eenvoudig gaashekwerk. Geen verfraaiing maar wel bescherming tegen vandalisme. (link)

Land art en De Verbeelding

Over de totstandkoming van het sanctuarium

  • Flevoland staat bekend als het grootste gebied ter wereld dat door mensen is aangelegd (1.412 km2). De inpoldering van de Zuiderzee betekent een overwinning op het water, op de natuur.
    Na de drooglegging wil De Rijksdienst IJsselmeerpolders op het nieuwe land ook ruimte vrijmaken voor kunst. Kunst kan de identiteit en de schoonheid van het gebied versterken. Ingenieurs en planologen zien geestverwanten in de kunstenaars van de Land Art stroming, die in diezelfde jaren ’60 en ’70 ontstaat. Ook zij houden zich immers bezig met ingrepen in het landschap. In 1977 verschijnt bij Lelystad het eerste land art project in Flevoland: het Observatorium van Robert Morris.
  • In Zeewolde organiseert De voormalige kunststichting De Verbeelding in 2001 het project Kunstmatige Natuurlijke Netwerken (ARTificial Natural Networks): 11 kunstenaars geven op hun eigen wijze invulling aan het thema de kunstenaar en de ontwikkeling van zijn kunst:
    Mark Dion (USA), Krijn Giezen (NL), Henrik Häkansson (S), David Kremers (USA), Atelier van Lieshout (NL), N55 (DK), Tobias Rehberger (D), Ulf Rollof (S), Roman Signer (CH), Herman de Vries (NL), Annette Weisser en Ingo Vetter (D).
  • Herman de Vries komt met zijn ontwerp voor een sanctuarium, aan de rand van het Wolderwijd. Het wordt in 2001 gerealiseerd als een permanent werk. De naam Zeewolde verwijst naar een verdronken dorp Seaewald bij een oud moerasbos. (Het zou goed kunnen dat De Vries juist daarom deze locatie koos voor zijn sanctuarium, al vond ik daar geen bevestiging van, link).
  • Met Stichting De Verbeelding gaat het minder goed. Er groeit onenigheid tussen gemeentebestuur en de stichting over plannen en financiering. De moeilijk te begrijpen conceptuele land art kunst en de geringe aandacht voor draagvlak wekken irritatie bij de lokale bewoners. Het komt zelfs tot vandalisme en beschadiging van kunstwerken.
  • In 2002 blijft ook het werk van De Vries niet gespaard. ’Het smeedijzeren hek van het Sanctuarium […] leek zelfs uit zijn sponning te zijn gelicht met groot materieel.‘ (Maas, 2014, p. 91.) Ik vermoed dat bij die actie de oorspronkelijke steen is gesneuveld en later is vervangen door de steen die er nu ligt.
  • De Verbeelding organiseert nog twee andere ambitieuze projecten: Look and Feel en Fluid Vistas Flevoland. Maar de spanningen tussen de stichting en de gemeente houden aan. En er ontstaan weer nieuwe financiële problemen. December 2004 komt er een einde aan de activiteiten van De Verbeelding. De voornaamste oorzaak is volgens Maas de gebrekkige communicatie met de lokale gemeenschap. Zij vat het kort samen: ’Kunst in de openbare ruimte is, met andere woorden, altijd politiek en altijd omstreden.‘ (Maas, 2014, p 107.).
  • In 2010 wordt het museumpaviljoen van de vroegere Stichting De Verbeelding opnieuw in gebruik genomen. En tien jaar later, in 2020, kan  worden vastgesteld dat de doorstart is geslaagd. Er staat weer een levensvatbaar paviljoen voor kunst en cultuur in Zeewolde.
    (De geschiedenis van de Stichting De Verbeelding (2000-2004) is
    hier te lezen. ).Het artikel is een samenvatting van het betreffende hoofdstuk uit het interessante proefschrift van Demelza van der Maas (Literatuur, 6).

Betekenis

De Vries creëerde met zijn sanctuarium een mini-natuurreservaat. Een afgeschermde, naar binnen gekeerde plek, waar mensen geen toegang hebben. Maar die afscherming kan nooit volledig zijn. De door Ben-Dror besproken sanctuariums –  in Zeewolde, Stuttgart en Münster – dragen allerlei betekenissen met zich mee. Niet alleen de bedoelingen van hun maker, maar ook invloeden van hun omgeving en hun publiek. Het kunstwerk in Zeewolde vertelt door de jaren heen steeds meer zijn zijn eigen verhaal: over het landschap, de inpoldering, over kunst (land art, flevokunst), over de lokale samenleving.

Local environmental histories and sensitivities, locational specificities, the actions of local publics, as well as those of local authorities, the status of public art in a particular region—all of these different factors, and others, contribute to an ever-evolving process of semiosis, which is always site-specific and time-specific. ’[…] ’It is not just about “What will nature do here?” as de vries frames it, but also about: “What will people do here?“ (Ben-Dror, 2021, p. 38).

Die achtergrond is aan het kunstwerk niet zomaar af te zien. Je moet een beetje de geschiedenis induiken, de sporen volgen. Zolang het sanctuarium blijft bestaan zullen ook die verhalen meegroeien.

 Ik liep nog eenmaal om het bosje. In de verte zag ik de veerboot aankomen. Het was tijd om te gaan.

 

 Literatuur

  1. Ben-Dror, A. (2021). Nature in context: A situated study of herman de vries’s sanctuaries. OBOE 2(1). [Webpagina]
  2. Boer, C. de (1998). herman de vries: oeuvreprijs 1998: beeldende kunst. Amsterdam, Stichting Fonds voor de Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst.
  3. Boer, C. de (1998) ‘the world is my poetry’ Some moments from the life = work of herman de vries. [PDF].
  4. Haks, F. (Red.). (1980). herman de vries: werken 1954-1980. Groningen: Groninger Museum.
  5. Janssen, R. (2014). herman de vries. Stedelijk Museum Schiedam. Frieze, issue 168. [Review].
  6. Maas, D. van der (2014). Verleden boven Water Erfgoed, identiteit en binding in de IJsselmeerpolders. Proefschrift. Amsterdam: Vrije Universiteit. [PDF]
    Poel, D. van der (2009). Nabeelden van wit: de positionering van het werk van Herman de Vries uit de jaren zestig. Bachelorscriptie Pre-master Kunstgeschiedenis 1800-heden. Amsterdam: Vrije Universiteit, Faculteit der Letteren. [PDF]
  7. Rhijn, L. van.(2012). De mogelijke ordeningen van herman de vries. Muse 10. [PDF]
  8. Rijsdijk, M. (2015). De actualiteit van een boomstam in het museum: Het werk van herman de vries in het licht van een nieuwe materialiteit. Masterscriptie Kunst- en Cultuurwetenschappen Kunstgeschiedenis Nieuwste Tijd. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. [PDF]
  9. Zee, R. van der. (2014). herman de vries ziet poëzie in de natuur. Arts en auto, november, 46-49. [PDF]

 

Zie ook: Hardenberg: Transferium (voor het tegenbeeld van het Sanctuarium)

 

 

.